Sylvia header

Sylvia header
‘A River Of Milk’, started as an e-zine that turned into this blog of Dutch-English poetry. I, your Laura of milk, am the editor and responsible for most of the translations from Dutch to English. Poetry Books for review can be send to my personal home adress after contacting me by e-mail. Submissions can be send to demelzadreams@posteo.net

zondag 3 december 2017

John Shreffler - On Urgent Wings

Peace on Earth
Basel, 1995

The bells hallo Christmas. Four days back,
The light ebbed. Today, dawn came
Weak, with a rain that filled the river
To a soil-filled roar that still sweeps to Holland.
Now just mid-afternoon, night falls;
Across the city the season's lights
Go back on. It's dark. You're still bearing
Our son, who gleams through you, cuts the gloom
From the air around you the way a candle
Glows through its china church. Miracle fires
Your tale-bearing face, flesh, bone, O rose window.


March 1, 1996
For Henry David

I.
Pre-dawn, pre-March. Beyond the roof-tops,
The year's first blackbirds were running up
The block as a sound check before building
Their nests as I waited in the spring-starved air.
March stirred, you stirred, the taxi came.
In the sleep-deprived blur of 5 AM,
We threaded the empty town; the midwife
Waited. Beginnings are hard. The frozen
Ground resists the thrusting tulips. You
Began to climb out unseen towards the light.


Saturday Morning

I.
Milk jugs, grocery sacks and the sun-stoked back
Of the station wagon and the weekly round
Of suburban chores with the obligato
Of the children mingle to dissipate
The hush of the ancients chanting their calls
To time beyond this dreamless present
Where consumption leads not to Palestine
But back to the bank and on to the next
Strip mall neckaced with boutiques and the hum
Of Muzak piping denatured ditties
Whose blood is the call to further purchase
Which is the genius of this sepulcher.

II.
Why should she dream of Chabrier or Chaucer
Who now must move in the world of nurture,
Beset by calls for further sugar-coated
Cereals, skates, the latest shade of Barbie,
Or video games? She'll find no comfort
In the path to Parnassus, the sacrifice
Is hers alone, the ageless code of genes
Programs her so, the blood-bounded choices
For her are no choice, she feels the last pull
Of her will to beauty, then she walks away
Surrounded by children, all pleasure, all pain:
"These are the measures destined for her soul."

III.
She reads much, hears more, contends with voices
That coax her, conn her, cover her with counsel.
Most will turn out useless, disastrous, wrong
In every particular. Still, it's all meant
With the best of intent, it's just that the gods
This season obsess with the falling rate
Of return for investments. The word is "Buy."
She heeds as much as her circumstances
Allow, alas not much; the promised flood
Of boom stoked by empire won't float all the boats.
Far from the ocean with its blood seeming tides,
She loads up, drives home. The radio plays.

IV.
Death plays on around her but she contradicts
Its banal scordatura with melodies
She didn't invent, whose white-note contours
Are age-old, more potent than any loss,
Are the pulse of the animal ordering
Death to step aside, to make way for new
Generation. The radio sings voices
That cry out chaos, that stoop down to a dark
Which never seems to happen. She lets it slide
And glides into the driveway, unpacks the kids
Who hoot like starved owlets and swoop indoors
Down to darkened playrooms on urgent wings. 



John Shreffler (1951, Oklahoma) has lived all over the place but is especially fond of his years in Basel from 1994-2003. His son Henry was born there in 1996. Currently he lives in Brookline, an inner suburb of the Boston Metroplex. As a poet he is active since the mid 1970's with publications in Us, Uk and Australia. Day jobs have included books and music retail, law and librarianship. Currently at 66 he is retired. 





zondag 13 augustus 2017

Sonia Gansterer - On My Canvas The Colour Slowly Darkens


'Thinking and loving and painting
between a glass of wine and the fur of a cat
or the midnights of the soul
or ‘heaven is of honey’
loving and thinking and painting
in the morning the rough air of the forest
- on my canvas the colour slowly darkens.'
Sonia Gansterer











Sonia Gansterer about her work:
I move between figuration and abstraction. My pictures are surfaces for the projections of inner sensations and states of the soul – intuitive and associative, often referring to visual impressions and lyrical texts that touch me. While painting I want to reach the boundlessness in me.
The theme that moves me is the fragility of our existence, that can be observed in nature, it’s becoming and passing away. I see humanity as a part of life’s ambivalence between archaic sensuality and the limits of the mind. For me to express visually, it means ‘to think life’. Tender, melancholic, wild.
  






Mag. Art. Sonia Gansterer (1968) grew up in Lower Austria, Kirchberg am Wechsel. She studied Applied Arts at the University of Vienna. Since 2008 she lives and works in Wegscheid am Kamp, Lower Austria. www.soniagansterer.at


maandag 12 juni 2017

Two poems - Laura Demelza Bosma

Artist unknown 


Thick hair

I am bored like the world.
She turns so slow the groaning question:
Where are my extra pair of hands
if i need them? Two existing hands

sort out the cutlery goody goody
Imperfect as I am today again
I haven’t saved any missing girls

and my boredom extends to astonishment
in bats in old houses
with a white stained cam
where my father, charged forever,
catches the bat with a butterfly net
Like wildness has come to us
with that catch, irreversibly.

When the hairdresser said
that I had such nice thick hair
he thawed it out
after not getting through it

Thaw out this book to your liking
What you read has nothing to do with me

The nice thing still is, my real hair was thick.



Pact


I saw the raven above the forest.
I was the raven above the forest.
He was hungry.
I was hungry.
I saw the wounded deer in the woods.
I was the wounded deer in the woods.
As raven I drew the attention of wolf.
I was the wolf who followed and I flew.
I was the wolf stuck with his muzzle
in the wound of the deer.
I was the wound.

I bled empty while I was drinking
For me, raven above the forest.


Dik haar


Ik verveel me zoals de wereld.
Ze draait zo traag de kreunende vraag:
Waar zijn mijn extra paar handen
als ik ze nodig heb? Braaf sorteren

bestaande handen het bestek.
Onvolkomen als ik ben heb ik vandaag
alweer geen vermiste meisjes gered

en mijn vervelen rekt zich uit tot verbazen
in vleermuizen in oude huizen
met een wit gebeitste nok
waar altijd mijn vader opgelaten
met een vlindernetje de vleermuis vangt
alsof het wild met de vangst
onomkeerbaar tot ons is gekomen.

Zo zei de kapper dat ik zulk mooi dik haar had
om het vervolgens uit te dunnen
na er niet doorheen te komen

Dun dit boek maar naar believen uit
wat u leest heeft niets met mij te maken

Het mooie blijft toch dat ik eens dik haar had.



Pact

Ik zag de raaf boven het bos.
Ik was de raaf boven het bos.
Hij had honger.
Ik had honger.
Ik zag het gewonde hert in het bos.
Ik was het gewonde hert in het bos.
Ik trok als raaf de aandacht van wolf.
Ik was de wolf die volgde en ik vloog
Ik was de wolf die zijn snuit
in de wond van het hert stak.
Ik was de wond.

Ik bloedde leeg terwijl ik dronk
voor mij, raaf boven het bos.

maandag 29 mei 2017

Een betoverend eerlijke coming of age

Recensie van Boven de straat hangt een witte lucht – Anne Büdgen

Door Laura Demelza Bosma 


Anne Büdgen
Boven de straat hangt een witte lucht
Uitgever: De Arbeiderspers, 2016
ISBN 9789029510653
€ 19,99
199 blz.

Een moeder komt er alleen voor te staan met vier kinderen en verliest langzaam haar streng christelijke controle over haar vier opgroeiende tieners. Voor de veertien- tot zeventienjarige Anna Meesink lijkt het geloof dat ze van huis uit mee krijgt haar enige houvast in de fragmentarische wereld van dit gezin dat uit elkaar valt. Ik schrijf ‘lijkt’ omdat Anna Meesink bovenal een tiener is die bruist van potentie die voor de buitenwereld nog onzichtbaar blijft. Anna haar ware houvast blijkt haar levenslustige schrijftalent dat ze zo prachtig tentoonspreidt in haar dagboek. Scherpe observaties van zowel personen als situaties laten de lezer bijzondere ogenblikken en herinneringen meebeleven alsof ze gebeuren tijdens het lezen, zoals tijdens de volgende zinnen over Anna’s vader.

‘ Soms zie ik hem weer met zijn witte overhemd aan tafel zitten. Hij heeft zich gesneden bij het scheren. Met zijn kin in zijn handen leest hij uit Openbaringen. We zijn stil. Wie beweegt, is verloren. De hemel is achter zijn stem waar niemand je kan zien of horen en waar je niet hoeft te bestaan. Hij speelt orgel na het eten. Ik ben bang als ik een orgel hoor en tegelijk hou ik van het geluid als van mijn eigen adem. Het is of de klanken je opvullen tot in alle kamers van je lijf, je kunt er niet aan ontsnappen.’

Anne Büdgen heeft de dagboekvorm uiterst creatief weten in te vullen . Het resultaat is een collage van prozaistische observaties, typische tienergedachten op papier uitgestort, bijbel-fragmenten en diepzinnige doch goed te volgen (tiener)gedichten. Op een dag komen er ook twee lijstjes voorbij: dingen waar ik gelukkig van word en dingen die ik haat. Een andere dag lezen we een opsomming van de uitspraken van Anna’s moeder wanneer ze boos is. Ergens anders een fantasie en ook een keer een surreële droom. Met zoveel afwisseling in de vorm weet de schrijfster de lezer telkens weer te verrassen en te boeien en wordt ook het zware thema van een dogmatisch geloof toegankelijker gemaakt.

Omdat het hoofdpersonage Anna overduidelijk een schrijfster in de dop is, is Anne Büdgen er wonderwel in geslaagd door de dagboekvorm een bescheiden plot te weven in de zin van een groeiende spanning in taal en situatie. Hoewel Anna Meesink tegen haar opvoeding rebelleert blijft ze een sympathiek personage. Het siert Anna dat ze, diepe denker als ze is, het christelijke gedachtegoed heel ernstig overweegt en er uit meeneemt wat voor haar passend is. Zo komt Anna door het kontakt met haar buurvrouw, die in tegenstelling tot haar moeder wél naar haar luistert, bij de pinkstergemeente terecht. Hier kan ze Jezus en ook het leven loven op een manier die beter past bij haar levenslustige en expressieve karakter. Ze ontvangt de heilige geest en voelt zich geweldig. Maar soms verliest Anna stukjes geloof op dagen dat ze God niet ziet of voelt maar zoekt in haar gedichten.

Heer, als ik dan mag bidden
dan bid ik om Uw liefde

dan bid ik om geluk
want wie ik was is stuk

Heer, als ik iets mag vragen
dan vraag ik om verlangen

dan vraag ik U om hoop
waar ik geloof mee koop

een schelp lag open in mijn hand
ik blies en alles bleek van zand


Op haar eigenzinnige soms broeierige manier ontvouwt Anna’s sensualiteit en lust voor haar eigen volwassen leven zich. De broers van Anna vertonen problematisch gedrag en één van hen, Leo, wordt uit huis geplaatst. De problemen van Anna’s broers overschaduwen die van haar en zo gaat haar ‘kleine’ drama in het grote ten onder. Het onvermogen van moeder en dochter om met elkaar te communiceren neemt schrijnende proporties aan als Anna veel (onschuldige) valeriaan pillen inneemt in de hoop door haar moeder gezien te worden maar deze stuurt Anna vervolgens naar de badkamer ‘om het af te spoelen’. Een andere dag als Anna vooral wil weten wat ze gaan eten komt de moeder ineens met een verlaat ‘meisje toch’ vanwege het pillenincident. Zo vinden ze elkaar nèt niet, misschien wel nooit.

Maar Anna zegeviert, ze is immers sterk door de taal. Wat onmogelijk lijkt onder één hoed te brengen lukt toch in het dagboek dat daarmee als oefenterrein dient voor het echte leven. Ze laat haar haren kort knippen en lijkt klaar om uit het boek te stappen.

Anne Büdgen, waarvan eerder twee poëziebundels bij De Arbeiderspers verschenen, heeft met haar magisch-realistische debuutroman. Boven de straat hangt een witte lucht een geschikt boek geschreven voor wie geluk vindt in een zorgvuldige, poëtische taal, voor wie niet houdt van groots maar toch zeker wel klein en meeslepend.

Anne Büdgen schrijft theaterteksten en publiceerde bij De Arbeiderspers de dichtbundels Ze hapte van eentomaat (2007) en Ik schrijf u nog (2012). BOven de straat hangt een witte lucht is haar debuutroman.

donderdag 20 april 2017

Recensie: Jana Arns - ‘Status: het is ingewikkeld’

Een openhartig en helder debuut over hoe ingewikkeld het is  



door Laura Demelza Bosma


Het poëziedebuut van multi-talent Jana Arns. Status: het is ingewikkeld verscheen in 2016 bij Uitgeverij P. De bundel bestaat uit 32 gedichten en tien zwart-wit foto’s gemaakt met een lange sluitertijd voor het schoolbord van haar dochter, hier en daar minimaal digitaal bewerkt met krijtstrepen over het beeld. 

Het zijn de foto’s die als eerste de aandacht trekken. De sobere stijl  wordt consequent doorgevoerd, portretten voor een schoolbord waar wit op zwart geschreven staat. De beelden, waarvan sommige verstild werken en anderen dynamischer zijn, laten veel ruimte over voor interpretatie. Het gebruik van beeld in een poëziebundel kan helpen om een bundel toegankelijker te maken voor een groter publiek en dat is bij deze bundel ook het geval. We zien zelfportretten die veelal een zijnstoestand weerspiegelen met een licht poëtische twist. De mooiste foto is die van Arns samen met haar dochter, een waar geval van mini-me, hoewel we de gezichten niet kunnen zien. We zien de beide dames van de zijkant, hun gezichten verstopt in neerhangend engelblond haar. De dochter met haar rug naar de moeder gekeerd, de achtergrond zwart met witte vegen. Daar lijkt iets te zijn uitgewist wat we niet mogen lezen. Het op elkaar lijken heeft de twee met elkaar laten botsen, lijkt het. Toch zijn ze elkaar in het midden van de strijd nabijer dan ooit. Of heeft de dochter verdriet en de moeder als vanzelf met haar, omdat symbiose bestaat? Kijken we naar het gedicht naast deze foto, ontstaat een prachtige dialoog tussen beeld en woord:

‘Ik heb haar voor het leven besproken,
de dochter, die haar kleurboek stift
met lippen die over vragen rollen:

mag ik altijd bij jullie wonen?
Ze rent in de jas van een aardappel
de tafel rond (en die is hoekig),

stoot haar hoofd aan de punt
van mijn poot, troost zich als een dier
in de omarming van mijn manke moederlijf.

Dit zondagse kind,
speelt dokter met mijn gezond verstand,
oefent haar handenstand op ieders kalmte.

Voor we kantelen
buldert ze nog:
Ik ben ondersteboven van jou.’


Af en toe verbeeld een foto te letterlijk wat er in het gedicht te lezen staat, dan mis ik dit spanningsveld tussen die twee, voel ik me als lezer te weinig uitgedaagd. Naast de zin ‘ ik houd mijn armen omhoog’ kan eigenlijk geen zelfportret met de armen omhoog, mits het een leerboek met kinderversjes betreft. Van de spannende wisselwerking tussen moeder en dochter had ik wel meer terug willen zien op de foto’s, de zelfportretten werken soms wat eendimensionaal.

Jana Arns haar vertelstem is van het sympathieke soort en geeft een inkijk in het persoonlijke leven van een jonge moeder met een zeer eigen, interessante psychologie. Door het gebruik van de zelfportretten en een titel die verwijst naar haar relationele status in termen bekend van het sociale media platform facebook: ‘Het is ingewikkeld.’  Hierdoor neem ik als lezer aan dat haar gedichten geinspireerd zijn door het persoonlijke leven van de schrijfster. De gedichten in de bundel gaan gelukkig veel dieper dan de algemene informatie en de foto’s van mijlpalen die normaal op facebook te vinden zijn. Licht verontrustende ontboezemingen en sobere observaties zetten de toon.
‘In dromen zouden ze elkaar kunnen vinden,
maar daarvoor slapen ze te slecht.’

De titel verwijst naar het vermogen van de schrijfster eerlijk en open te zijn en voelt aan als een uitnodiging om haar gedichten te ‘bevrienden’.

In het gedicht Ex-it krijgen we een raak voorbeeld van hoe ingewikkeld het kan worden in een relatie die niet goed loopt.

‘Ik las ons ontbijt in de krant
met de geur van vers gescheiden koppel
dat adverteerde naar karakter

en schonk ons respijt
dat zich verstopte
achter het kind

dat onze dialogen voerde,
weg van het huis dat we renoveerden
tot het verdwenen was, zoals ik.’


Wat me bevalt aan dit gedicht is het suggestieve fragmentarische, bekende systemen zijn open gebroken en door elkaar gehusseld. Zo stemt de vorm overeen met de chaotische werkelijkheid van een gezin dat uiteen valt.

 In het volgende gedicht is de moeder is een mens, voor velen herkenbaar:

‘Ik ben schoolmoe
wanneer ik haar loslaat bij de bel.

Een horde ouders
haalt net geen beste tijd.

Ik overtreed mezelf alweer
in zone moeder.’


Door de hele bundel buitelen de woorden met een grote natuurlijkheid over het papier om daar verbanden te leggen die pogen een fragmentarische wereld  te vangen in een gedicht. Op foto’s die als gedichten zijn en in gedichten als een aaneenrijging van beelden is waarneembaar dat het beheersen van verschillende media bij Jana Arns zorgt voor een rijke voedingsbodem voor haar creativiteit.

 Persoonlijk houd ik veel van mysterieuze poëzie, het soort waar niet alles te begrijpen valt of delen van teksten multi-interpretabel zijn. Ik kan soms zelfs het meeste gegrepen worden door wat er niet staat.  De gedichten van Jana Arns zijn zo goed navolgbaar dat ik mijn geliefde vraagtekens mis. Zij weet het wel, zij combineert alles, observeert, pent haarscherp neer en overhandigt sympathiek het resultaat, klaar!

Extra lof verdient Arns voor het engagement in deze bundel. Ze weet, ver voorbij het zelfportret, raak en met veel inlevingsvermogen schrijnende situaties van bijvoorbeeld vluchtelingen, poëtisch te schetsen. Niet alleen de persoonlijke relationele status blijkt ingewikkeld, de globale situatie is dit eveneens. Dit soort gedichten mag best extra toegankelijk zijn en het liefst veel mensen bereiken en raken.


‘Rohingya *

Zij trekken baantjes
in een bad zonder chloor.
Hun vlot drijft op lege magen.

Aan de watertafel, geen spijs.
Er zwemmen enkel graten in de zee.

Vrouwen vechten om een plek,
illusies vallen overboord

en wanneer het onmetelijke
toch een eiland wordt,

trekken redders geen kinderen,
maar munitie.

Hoofddoek wordt duikpak.
De stad, gezonken.

* vluchtelingen uit Myanmar die terug de zee werden ingestuurd.’


 Jana Arns – Status: het is ingewikkeld. P, Leuven. 46 blz. € 17,50.



Jana Arns (Gent, 1983) is muzikante, fotografe en dichteres, en dat nooit los van elkaar. Als muzikante is ze verbonden aan het ensemble Aranis, waarmee ze al 15 jaar concerteert in het binnen- en buitenland. Na haar studie klassieke muziek aan het Koninklijke Conservatorium in Antwerpen volgde ze een opleiding fotografie aan het Sask. Ze exposeerde in onder meer de Salons in Sint Niklaas en Museum M in Leuven. Als dichteres werd ze al opgemerkt in Poëziekrant, Meander, De Contrabas en de bloemlezing Het gezeefde gedicht.

vrijdag 7 april 2017

Review : Swan on the river – Dejah Beauchamp

A mother’s grieving process: 
From hell to a new bird 



Swan on the river - poems of grief and transcendence
Dejah Beauchamp
Idle Mind Press
ISBN: 978-0-9977412-0-9

by Laura Demelza Bosma

Dejah Beauchamp wrote her poetry debut Swan on the River to process the loss of her stillborn daughter Sunrise. The book counts almost one hundred pages with mainly free verse poetry and is divided in four parts: Life, Death, Resurrection and Sunrise. The cover is well designed and the book has a jazzy appearance. As a reader of this book, we get to witness from very close what such a heart wrenching experience could possibly feel like.  In some poems we are there while it happens, watching over the shoulder while the mother gives birth. These poems are physical, raw, ruthless. Illusions lose their masks and what is left is the bare truth. Some of these poems remind me of Sylvia Plath’s ‘Three women’, one of her least known books of poetry, divided in the voices of three different women speaking of their pregnancy, birth experience and after.  These mere observations without meandering are a boot in the face.

Hell is a grave /three feet long /seventeen inches wide
hell / is the green grass that grows/upon it
a blanket /I shall never untuck


What these words do is drag us to that shockingly small grave. We have to stand there and agree this is hell. The simple grass, generally something we love is described as hell as well. Why is the grass hell for the mother? I sense because it is life going on, over and above the baby, like the mother herself, for the rest of her life trapped on another level. Hell.. it is a word like a flame that burns illusions away. A blanket I shall never untuck. With these words I was dragged beneath the earth and left breathless. There is no comfort here, as there is no escape from facing death, sometimes even before any of our simple dreams and hopes are answered. In this life philosophy hell is not a place you go to after death, but a place on earth where you can get lost even without committing a sin. Hell is in the circumstance of losing a child.

Another striking fact-poem is The Secret, where Dejah surprises with a sudden near postmodern style, mentioning crimes and assaults committed on women, followed by the repeated question:
What were you wearing?
The effect of the poem is so strong, that the last phrase wherein the secret gets explained ( I’m glad you were never born into/this world of men) could possibly have been left out.

In many poems the ‘I’ in the poems, is looking for the sense of death and how to live with her loss, exploring different philosophies and religions like Greek mythology and Christianity. In the section ‘Death’,  Death shows up as a person that the mother tries to communicate with, to gain a deeper understanding.  Again, the poem that hits the most, is the one that coldly describes death’s presence.

Death In The Basement  (fragment)

I keep death in the basement
or the attic. But he’s never allowed in the living area,
especially not when we have guests

sometimes I’ll open the cellar door
and let out a hurricane scream

into the darkness

In the third part of the book, ‘Resurrection’ Dejah writes her daughter alive in a poem for each life-stage. Though the poems are beautiful and can be read as essential for the healing process of the mother, the imagination paints such a rosy picture of life with a daughter that I can’t believe them. as an outsider reading a poem as a poem without the context of the others, there seems to be a lack of urgency for the imagination to do what it does because the direct presence of death is gone. Looking at the bigger picture though I am fascinated by the open mind of the writer, her ability to explore parts of her consciousness, her honesty and openness.

Where Dejah does definitely succeed to bring her daughter to life is where her love for nature can be felt and read in simple but captivating imagery.

And the bees/ kiss flowers that riot/
and blush. The hem / of your dress / is wet / with dew
as you bend/ to kiss the roses/ the lilacs drenched/in sun.


Because this sensual writing definitely is one of Beauchamp’s qualities, I would have liked to read more of this, replacing words like the ones of the subheadings, that sometimes seem too big or general.

In The Poem In Which I Re-Write Your Birth, rosy and pitch-black finally meet to melt together in the face of poetry.

You came out limp and warm perfect and laughing / glowing with vernix and blood sea foam,
and there were people dolphins / all around us, weeping leaping joyfully -
 
In the introduction the writer explains the title. The swan stands for the Paramahamsa, the supreme celestial swan, a fully realized soul that has completely immersed in God. This is where Dejah finds her daughter, in the realization that Sunrise is not dwelling with God, but is instead one with de divine. The last poem of the book, ‘New Bird’ illustrates this in easily understandable, almost song text-like phrases. This way, Swan on the river doesn’t end on the last page but instead implies a new beginning. Though some of the poems would for sure have benefited from an editorial eye for shortening, contrast and layering, Swan on the river shares a unique and love-filled grieving process and is a must-read for all the women who share the same experience, doula’s and anyone interested in exploring the extremes of feminine psychology.

You can purchase the book here



Dejah Beauchamp lives in New England. Her first book of poetry, Swan on the River, was released in September 2016. http://dejahwrites.tumblr.com/

maandag 20 februari 2017

Jana Arns - Put Me Together Like A Do It Yourself Kit


Both poems and both pictures can be found in Jana Arns her first book of poetry: 'Status: Het Is Ingewikkeld'. Translation from Dutch to English: Laura Bosma.

Miniature parent


You come to me and almost cough empty.
I soothe you: we all suffer from ourselves,
therefore I am the best of the worst mothers,

a woman who can’t connect
her dots into a drawing.

If I want to play with you?

I count you to sleep until ten
and hide myself behind your eyelid,
in the dollhouse where you never play.

Will you find me here soon?
Put me together like a do it yourself kit?
Corrections possible.


Miniatuurouder

Je komt bij me en hoest bijna leeg.
Ik sus je: we lijden allemaal aan onszelf,
zo ben ik de beste van de minste moeders,

een vrouw die haar punten
niet krijgt verbonden
tot een tekening.

Of ik mee wil spelen?

Ik tel je tot tien in slaap
en verstop me achter je ooglid,
in het poppenhuis waar je nooit speelt.

Zal je me hier straks vinden?
Me als bouwpakket in elkaar zetten?
Correcties mogelijk.



*I discussed her for life
the daughter, who paints her colouring book
with lips that roll over questions:

may I live with you forever?
She runs in the jacket of a potato
around the table (and that is edgy),

bumps her head on the point
of my leg, comforts herself like an animal
in the embrace of my lame mother-body.

This Sunday’s child,
plays doctor with my common sense,
practices her handstand on everyone’s calmness.

Before we capsize
she roars:
I am upside down about you.


Ik heb haar voor het leven besproken,
de dochter, die haar kleurboek stift
met lippen die over vragen rollen:

mag ik altijd bij jullie wonen?
Ze rent in de jas van een aardappel
de tafel rond (en die is hoekig),

stoot haar hoofd aan de punt
Van mijn poot, troost zich als een dier
in de omarming van mijn manke moederlijf.

Dit zondagse kind,
speelt dokter met mijn gezond verstand,
oefent haar handstand op ieder kalmte.

Voor we kantelen
buldert ze nog:
Ik ben ondersteboven van jou.




Jana Arns (1983) is a musician, photographer and poet and these are never free from each other. As a musician Jana is connected to the ensemble Aranis that has been giving concerts for fifteen years. Her photographs have been exhibited and her poetry published in several poetry magazines.  ‘Status: het is ingewikkeld’* is her long expected first book of poetry, wherein she combines her talents of poetry and photography.

* This title refers to the relationship status possibility on facebook
 ‘it is complicated’.